Ontdek de verborgen rapporten over oorlogsmisdaden tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog

Tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog werden verontrustende berichten over vermeende oorlogsmisdaden van Nederlandse militairen slechts mondjesmaat in Nederland ontvangen. Ondanks deze beperkte informatie ontstond er al tijdens de oorlog een roep om een onafhankelijk onderzoek naar deze beschuldigingen. Uiteindelijk werd in oktober 1949 een commissie van drie juristen naar Indonesië gestuurd met als taak een niet-justitieel onderzoek naar het extreme geweld in te stellen.

De lang verborgen rapporten

Door verschillende redenen heeft deze onderzoekscommissie slechts over twee zaken rapporten kunnen indienen, die bovendien maar door twee van de drie commissieleden - Kees van Rij en Wim Stam - waren ondertekend. Tot ieders verbazing bleven deze rapporten tot 1969 verborgen voor het parlement en het publiek. Het was tijdens de opstelling van de 'Excessennota' dat de rapporten plotseling weer opdoken en er werden zelfs nooit eerder ingediende rapporten over zes andere zaken ontdekt.

Een cruciale rol bij het schrijven van de geschiedenis

Deze acht rapporten zijn van onschatbare waarde gebleken bij de opstelling van de 'Excessennota' en hebben een cruciale rol gespeeld in het begrijpen van de gebeurtenissen tijdens de oorlog. Met name het rapport over Zuid-Sulawesi is van groot belang gebleken voor de geschiedschrijving over deze periode. Tot vandaag de dag zijn de rapporten van Van Rij en Stam diep begraven in de archieven, maar dankzij deze unieke bronpublicatie, voorafgegaan door een grondige inleiding, worden de rapporten nu voor het eerst toegankelijk gemaakt voor een breder publiek.