Kleine Beer's Angst voor het Donker

Kleine Beer kan niet slapen. Hij wordt overweldigd door angst voor het donker. Overal om hem heen ziet hij duisternis en het maakt hem bang. Gelukkig is Grote Beer er altijd om hem te troosten en gerust te stellen.

Grote Beer begrijpt de angsten van Kleine Beer en doet er alles aan om hem te helpen. Telkens weer komt hij met een groter lichtje aanzetten, waardoor het donker langzaam verdwijnt. Kleine Beer voelt zich veiliger en kan stilaan ontspannen.

Maar Grote Beer stopt niet bij de lichtjes alleen. Hij is vastberaden om Kleine Beer volledig gerust te stellen. Op een dag neemt hij zelfs de maan voor hem mee, samen met alle fonkelende sterren. Kleine Beer kijkt vol verwondering naar de hemel en voelt zich echt niet meer alleen.

Samen tegen het Donker

Donker, waar dan? vraagt Grote Beer aan Kleine Beer. Kleine Beer wijst naar alle hoeken en plekken waar de duisternis zich verstopt. Maar Grote Beer blijft geduldig en moedigt Kleine Beer aan om zijn angsten onder ogen te zien.

Grote Beer weet dat Kleine Beer's angst voor het donker echt is, en hij is vastbesloten om hem te helpen. Telkens als de nacht valt, komt Grote Beer met een groter lichtje om de duisternis weg te jagen. Kleine Beer voelt zich sterk en durft steeds meer naar het donker te kijken.

Uiteindelijk neemt Grote Beer een grote stap en brengt hij de maan zelf voor Kleine Beer. De maan verlicht de nachtelijke hemel en geeft Kleine Beer een gevoel van rust en veiligheid. Met de fonkelende sterren erbij voelt Kleine Beer zich omringd door liefde en bescherming.