Beleven we het einde van de psychotherapie?

Heeft Freud afgedaan? Tegenwoordig wordt verondersteld dat alle psychische problemen - adhd, depressie, burn-out, persoonlijkheidsstoornis - ziektes zijn, of gevolgen van erfelijke afwijkingen die met medicijnen te bestrijden zijn. Pillen in plaats van praten.

In dit boek neemt Paul Verhaeghe krachtig stelling tegen deze ontwikkeling. Hij betoogt dat de oorzaken van het groeiend aantal psychische problemen niet gezocht moeten worden in genen of neuronen, maar in de manier waarop onze maatschappij met deze problemen omgaat.

De impact van onze maatschappij

Mensen gaan tegenwoordig met andere problemen naar de psychiater dan vroeger. Ze zijn minder geneigd tot introspectie en reflectie en verwachten zonder enige persoonlijke inspanning direct van hun problemen verlost te kunnen worden.

De bijna automatisch voorgestelde remedie - pillen - bevestigt deze situatie, waarbij directe verlichting van symptomen belangrijker lijkt te zijn dan het begrijpen en aanpakken van de onderliggende oorzaken.

Een pleidooi voor een andere visie

In "Het einde van de psychotherapie" pleit Verhaeghe voor een andere visie op de hedendaagse psychische problemen. Hij pleit voor een grondige herwaardering van de psychotherapie, waarbij het begrijpen en behandelen van de complexe interactie tussen de persoon en zijn/haar omgeving centraal staat.

Verhaeghe benadrukt het belang van introspectie, reflectie en persoonlijke inspanning om tot duurzame verandering en groei te komen. Hij roept op tot een meer holistische benadering van de menselijke geest, waarbij zowel biologische, psychologische als sociale aspecten worden meegenomen.

Met dit boek wil Verhaeghe een kritisch geluid laten horen en de discussie over de rol en waarde van psychotherapie in onze moderne samenleving aanwakkeren.