Een inspirerende samenwerking tussen geniale geesten

Maak kennis met de buitengewone uitwisseling van ervaringen en ideeën tussen twee totaal tegenstrijdige genieën: schrijver en natuurwetenschapper Goethe (1749–1832) en dichter-filosoof Schiller (1759–1805). Waar Goethe zich richtte op de zintuiglijke werkelijkheid, vond Schiller zijn inspiratie in de ideeënwereld. Deze fenomenologische empirist en idealistische rationalist vonden echter een gemeenschappelijk doel in hun zoektocht naar waarheid en schoonheid. Door hun wederzijdse commentaar, aanmoediging en kritiek verrijkten ze zichtbaar hun artistieke en wetenschappelijke producties.

Een vruchtbare periode van vriendschap en samenwerking

Gedurende hun vriendschap en samenwerking van 1794 tot 1805 schreven Schiller en Goethe enkele van hun meest belangrijke werken. Schiller produceerde zijn filosofische essay "Über die ästhetische Erziehung des Menschen" en de dramatische trilogie "Wallenstein". Goethe voltooide zijn gedichtenbundel "Balladen", "Wilhelm Meisters Lehrjahre" en "Hermann und Dorothea", en werkte intensief aan zijn meesterwerk "Faust" en zijn kleurenleer. Bovendien werkten ze samen aan het tijdschrift "Die Horen", opgericht door Schiller, en de jaarlijkse "Musenalmanach", waarvoor ze de spraakmakende polemische distiches "Xenien" schreven.

Brieven als essentiële schakel

Tijdens hun samenwerking fungeerden de brieven als een onmisbare schakel tussen Schiller en Goethe, die op dat moment in respectievelijk Jena en Weimar woonden. Ze overbrugden de soms lange pauzes tussen hun onderlinge gesprekken en speelden een cruciale rol in hun communicatie. Hoewel de correspondentie aan betekenis afnam nadat Schiller naar Weimar verhuisde in december 1799, werden er nog steeds waardevolle brieven uitgewisseld, naast de talloze informele berichten.

Een portret van de schrijvers en hun creatieve proces

De brieven bieden een unieke inkijk in de persoonlijkheid van deze twee grootheden. Ze betrekken de lezer bij elke fase van hun artistieke en wetenschappelijke creativiteit en schetsen levendige beelden van het culturele leven in Duitsland, met name in Weimar en Jena. Het is dan ook geen toeval dat deze steden werden beschouwd als het bruisende centrum van kunst en intellectuele activiteit.